Woekerpolisproces

Uitspraak Europees Hof in de zaak tegen Nationale Nederlanden

Europees Hof van Justitie steunt de gedupeerde woekerpolishouder!

Op 29 april deed het Europees Hof in Luxemburg uitspraak in de zaak die de advocaat van de stichting Mr. Dries Beljon voert tegen Nationale Nederlanden. Het Europees Hof is de hoogste Europese rechter. De nationale rechter, waaronder ook de Hoge Raad, is gehouden recht te spreken in de lijn van de uitspraken van het Europees Hof. Daarmee is de uitspraak 29 april de belangrijkste uitspraak in woekerpolis-zaken tot nu toe. De uitspraak is zo belangrijk omdat deze niet alleen geldt voor Nationale Nederlanden, maar voor alle verzekeraars die woekerpolissen verkochten. Waaronder AEGON, ASR, REAAL en alle anderen.

Uitleg over de zaak:

De rechtszaak die de advocaat van de stichting voert tegen Nationale Nederlanden loopt al enkele jaren en komt nu tot de climax.

Het gaat er om of Nationale Nederlanden hoge kosten mocht inhouden zonder het aan de polishouders te vermelden. Wanneer er een deel van de inleg aan kosten wordt ingehouden, betekent dit dat deze bedragen niet worden belegd. Hierdoor levert de polis minder op aan het einde van de looptijd.
Nationale Nederlanden betoogde dat zij dit wel mochten doen. De advocaat van de stichting betoogde dat dit niet mocht.

Op 28 november deed de Rechtbank Rotterdam in een tussenvonnis hierover uitspraak.

De rechter bepaalde daarbij dat er geen kosten mochten worden ingehouden die door Nationale Nederlanden zijn verzwegen bij het aangaan van de polis. Dit is in strijd zijn met de open normen, zoals de redelijkheid en billijkheid. Naast in de wet opgenomen regels, verwijst de wet namelijk ook steeds naar de open normen van redelijkheid en billijkheid. Omdat alles wat niet expliciet in het burgerlijk wetboek is geregeld (niet alles kan worden omschreven) moet worden ingevuld door de redelijkheid en billijkheid.

Zie hiervoor het tussenvonnis van de Rechtbank Rotterdam, overweging 2.2:

"dat Nationale-Nederlanden deze verplichting jegens [gedaagde] heeft geschonden door slechts informatie te verschaffen over de invloed van kosten en risicopremies ten laste van [gedaagde] op het rendement en de uitkering verbonden aan de overeenkomst."

En overweging 2.9:

"dat in het kader van hun contractuele verhouding, de precontractuele goede trouw en/of eisen van redelijkheid en billijkheid) zijn geschonden door te volstaan met informatie over de invloed van kosten en risicopremies op het rendement."

Of Lees hier het hele tussenvonnis van de Rechtbank Rotterdam:

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2012:BY5159

Omdat Nationale Nederlanden (NN) wilde voorkomen dat NN schadevergoeding moest betalen vanwege het verzwijgen van allerlei kosten heeft Nationale Nederlanden zelf de stap gezet naar het Europees Hof in Luxemburg. Nationale Nederlanden stelde zich daarbij op het standpunt dat het alleen moest voldoen aan de eisen van de Europese Richtlijn voor levensverzekeraars. En dat er geen ruimte zou zijn voor toepassing van de open normen van redelijkheid en billijkheid. En dat Nationale Nederlanden dus niet schadeplichtig zou zijn.

Europees Hof stelt gedupeerde woekerpolishouder in het gelijk:

Na een vernietigend advies van de Advocaat-generaal, mevrouw Eleanor Sharpston (de adviseur van het Europees Hof), stelde ook het Europese Hof van Justitie de klagende woekerpolishouder in het gelijk. Het Europese Hof ziet helemaal niets in de door de verzekeraar gevraagde beperking.
Nationale Nederlanden – EN ALLE ANDERE VERZEKERAARS - hadden meer informatie moeten geven en volgens het Europees Hof staan daar - anders dan dat de verzekeraars hoopten - de Europese regels daar niet aan in de weg.

Conslusie:

Na jaren procederen heeft Mr. Dries Beljon, advocaat van de stichting Woekerpolisproces ook in hoogste instantie zijn gelijk gehaald. Het vonnis van 28 november 2012 van de rechtbank Rotterdam houdt daarmee stand.

Het Europees Hof heeft de zaak nu terugverwezen naar de Rechtbank Rotterdam om na het tussenvonnis ook een eindvonnis te geven. Zodra dit vonnis er is ligt de weg vrij om ook voor alle andere deelnemers van de stichting schadevergoeding te eisen bij Nationale Nederlanden.